Een paar jaar geleden stond de wereld een tijdje stil als gevolg van een niet nader te noemen virus. In die eerste maanden van de lockdown waren alle niet-essentiële verplaatsingen verboden en kon ik op zondag dus ook niet meer op bezoek bij mijn vader. Om hem toch een beetje op te vrolijken kwamen we op het idee om hem een hopplantje toe te sturen. Mijn vader woonde middenin de stad, lekker praktisch, maar hij vond het wel jammer dat hij geen tuintje had. Dus bestelden we online een hopplantje bij 't Hoppecruyt in Proven met de ietwat aparte naam Tettnanger. Proven ligt op welgeteld 7 km van Poperinge, maar toch ging het plantje eerst richting sorteercentrum in Brussel om dan enkele dagen later terug te keren naar de Hoppestreek.
Mijn vader, de eeuwige scepticus, was er aanvankelijk niet erg mee opgezet. Dat zou toch nooit groeien op zijn koertje? En of ik wel wist dat het ten strengste verboden was om mannelijke hopplanten te kweken? Ik verzekerde hem dat het echt "een vrouwtje" was. En dat hij zich geen zorgen hoefde te maken dat De Hoppepolitie bij hem aan de deur zou staan. Hij ging overstag en brak een tegel uit op zijn koertje om plaats te maken voor het plantje. Maar ik moest er niet op rekenen dat die plant groot zou worden. En hoppebellen moest ik de eerste jaren al zé-ker niet verwachten. Voor de vorm zette hij er toch nog een stok bij, zodat de hoppeplant, als ze al zou groeien, toch wat houvast had.
Tot mijn, maar vooral tot zijn grote verbazing, groeide de plant meteen als kool. Mijn vader hield het groeiproces nauwkeurig in de gaten en vanaf dan gingen we elke zondag bij mijn aankomst altijd eerst naar het wel en wee van de hoppeplant kijken. Ze was wéér 10cm gegroeid, beweerde hij dan vol trots. Op zondag gingen we traditioneel altijd ergens wat drinken op de Markt van Poperinge, en in de lente zei hij dan: wedden dat de plant weer een nieuwe bocht zal gemaakt hebben tegen dat we thuis zijn? Ik was eerder van het principe "eerst zien, dan geloven", maar hij had zowaar gelijk. :) Het was heerlijk om te zien hoeveel plezier hij aan die plant beleefde. En toen er zelfs in het eerste jaar welgeteld één hoppebel tevoorschijn kwam (jawel!), was het feest compleet.
Toen mijn vader meer dan een jaar geleden overleed, dacht ik: wat zou het mooi zijn indien ik de hoppeplant verkas naar De Panne waar ik nu woon. Ik heb zelf ook geen tuintje en alle groen is meer dan welkom. Toegegeven, ik was ook redelijk sceptisch, want de plant zat ondertussen al diep verankerd onder de tegels van de koer en ik was bang dat de wortels te veel beschadigd waren. Maar kijk, mijn bezorgdheid was ongegrond en de plant klimt hier ondertussen gestaag naar boven. Ik betrap mezelf er nu op dat ik ook vaker dan nodig de vooruitgang en de groei ga monsteren, maar altijd met een glimlach op de mond.
Zo zie je maar, soms is geluk heel gewoon. :)
Kommentare